Missie geslaagd
Missie geslaagd, vooraf gestelde doel niet bereikt.
U zult zich misschien afvragen wat heeft dat te betekenen?
In maart hebben Henk Heijns, Piet Bakker, Titus van Wijngaarden uit Stiens en ondergetekende samen met Walter Mgina uit Tanzania, onze expert, 3 teams en een technicus opgeleid om gaten te boren en touwpompen te plaatsen. Missie geslaagd, vooraf gestelde doel niet bereikt.
U zult zich misschien afvragen wat heeft dat te betekenen?
In maart hebben Henk Heijns, Piet Bakker, Titus van Wijngaarden uit Stiens en ondergetekende samen met Walter Mgina uit Tanzania, onze expert, 3 teams en een technicus opgeleid om gaten te boren en touwpompen te plaatsen. We hebben 3 pompen geplaatst. Bij de evaluatiebespreking gaf Salif, de Burkinese technicus, aan dat hij met de teams in staat is om pompen te plaatsen op een geboord gat of op een open put. Dat is het geslaagde deel van de missie. We hadden in Nederland aan de vergadertafel gedacht dat we wel 10 pompen konden installeren, maar het werden er 3. Dat deel hebben we niet gehaald.
NB. In juli 2009 heeft Salif met het team van Zimtanga een gat van 24 meter geboord en er een werkende pomp op geplaatst. Hij had niets teveel gezegd.
Na 3 dagen verplichte rust, zondag was Wereldvrouwendag en dus was maandag een vrije dag. Dinsdag was de geboortedag van de profeet Mohammed en dus weer een vrije dag. Intussen hebben we wel al het materiaal en de gereedschappen gecontroleerd en opgeschreven wat er nog ontbrak en wat anders gemaakt moest worden. Woensdag konden we na een korte startceremonie, geleid door de burgemeester van Kokologho, beginnen met het boren, één team in Kokologho en het andere in Sakoinsé op zo’n 10 km verder. Een team uit Zimtanga was afgereisd om ook opgeleid te worden en werd verdeeld over de beide teams. We merkten dat het opleiden van de teams veel meer tijd vroeg dan we hadden ingeschat. De leraar Walter gaf uitstekend onderricht op een eenvoudige wijze waardoor het voor de mensen goed te volgen was. Walter legde zaken uit in het Engels, daarna vertaalde één van ons het in het Frans en daarna werd het door Salif of de teamleider in het Morée vertaald. Dat vroeg veel tijd, maar was nodig om hen het vak bij te brengen. Plaatselijk waren er ook diverse moeilijkheden te overwinnen, zoals vette klei of een heel erg harde ondergrond. Maar hoe meer problemen nu, des te beter voor de opleiding. De pomp in Kokologho heeft een diepte van circa 10 meter en staat op een groentetuin en is bedoeld voor bevloeiing. De andere is 18 meter diep en staat vlak bij een ziekenhuisje en is bedoeld voor drinkwater. Of dat ook kan, weten we pas over 1 maand, want er moet eerst 1 maand intensief gepompt worden, voordat de waterkwaliteit gemeten kan worden.
De derde pomp is geplaatst in Kayon bij Zimtanga op een open put. De bevolking wilde graag de put afgesloten hebben, omdat dat veel hygiënischer is en pompen is minder zwaar dan met een rubber zak aan een touw het water naar boven halen van een diepte van 35 meter. Henk en Piet hebben samen met een metselaar/timmerman de twee helften van het putdeksel gemaakt en op één helft de touwpomp geplaatst. Na 1 week moesten ze weer terug, omdat het beton eerst helemaal uitgehard moest zijn, voordat de helften, elk 300 kg, op de put geplaatst konden worden en de pomp onder één van de helften gemonteerd kon worden. Het lukte allemaal in 1 dag.
Intussen heeft Henk 2 mensen opgeleid om pistons voor het touw te maken en hebben we Salif ook geleerd hoe je de pistons moet vastzetten met een gevlochten knoopje, zodat dit niet groter is dan de diameter van het piston.
Henk heeft Salif ook geleerd hoe je een omkeerbox van beton kunt maken om te gebruiken voor een pomp op een open put. De omkeerbox moet namelijk voldoende zwaar zijn om op de bodem van de put te kunnen staan en zo het touw strak te houden.
De omstandigheden waren zwaar, want we werkten bij een temperatuur van 40 gr in de schaduw en meer dan 55 gr in de zon. Om toch zoveel mogelijk van onze doelen te halen hebben we 6 dagen per week gewerkt van 06.00 ’s morgens tot 18.00 uur ’s avonds. Dat zijn we niet gewend. Gelukkig kregen we iedere avond lekker eten, klaargemaakt door Françoise, onze vaste kokkin. Drinken deden we 5 à 6 liter per dag, want het was niet alleen heet, maar ook heel droog. Als je 5 minuten stond te vertellen kon je niet verder, zo droog was je mond. Eerst een slok water, dan weer verder. Tevreden zijn we 1 april weer huiswaarts gekeerd, waar het comité van vrouwen ons welkom heette.
Namens de werkgroep, Simon v.d. Maal