Naar Yatenga

Van 18 oktober tot 16 november 2009 zijn mijn vrouw en ik in Burkina Faso op rondreis geweest. Mijn vrouw is werkzaam in de toeleiding en reïntegratie naar werk en ik heb mijn werk als pedagoog/manager bij een Bureau Jeugdzorg recent beëindigd. Reizen en werk willen wij graag combineren.

In de zoektocht naar deze combinatie kwamen wij in aanraking met de WOL, het ICCO en de DSF. In het contact ontwikkelde het idee om pedagogische kennis en managementvaardigheden aan te bieden aan DSF. Van het een komt het ander. Wij werden uitgenodigd om de feestelijke opening van het schoolcomplex/gebouw Zoodo voor het voortgezet onderwijs op 31 oktober 2009 bij te wonen. Eigenlijk te veel eer voor de bescheiden bijdrage welke wij tot nu toe geleverd hebben: twee presentaties ontwikkelingspsychologie, twee presentaties management en een presentatie kwaliteitsbeheer. En dat vertaald in het Frans van B.F.

Wij zijn koninklijk ontvangen door de DSF, het WOL, het Haute-Commisariat, de koning van Yatenga en alle anderen uit de gemeenschap van Ouahigouya. Na alle feestelijkheden hebben wij met de directeur van het schoolcomplex en de directeur van het voortgezet onderwijs gesproken. Inzet was te kijken of wij een bijdrage kunnen leveren aan de verdere ontwikkeling van de school.

Wij zijn onder de indruk van wat wij zagen en hoorden gedurende dit bezoek. Wij troffen in elke klas een jaarplan aan. Zichtbaar opgehangen naast een gespecificeerd overzicht van de dagindeling, een lijst met gedragsregels en een overzicht van aan- en afwezigheid. Wat ons trof was dat gedrag (netheid, verzorging, eerlijkheid, respect etc.) gecombineerd werden met de gebruikelijke vakken als lezen, schrijven en rekenen. Veel is nog op de Franse cultuurstijl georganiseerd. Gedragsregels golden niet enkel de leerlingen, maar ook de leerkrachten. Van de leerkrachten werd een voorbereiding verwacht waar ik voor onze kinderen wel eens naar verlangd heb: niet op de automatische piloot, maar acht kantjes folio uitschrijven en inleveren bij de hoofdonderwijzer die e.e.a. becommentarieert. Gemengde klassen, aandacht voor properheid en respect, aandacht voor ongewenst gedrag tussen jongens/meisjes/leerkrachten, voorzieningen met het oog op hygiëne/gescheiden toiletten, schoon water. Gerichte aandacht voor doorstroming van primair naar voortgezet- of vakonderwijs. Bij het vakonderwijs was het een meisje (!) dat met overgave vertelde over motortechniek van een bromfiets. Het planten van bomen op het terrein, een ommuring zodat naar binnen geborgenheid en naar buiten bescherming ontstaat incl. bewaking. Bijscholing voor leerkrachten: twee keer per jaar: landelijk en regionaal.

Op het kantoor van het DSF werden ons andere zaken duidelijk. Het onderwijs is ingebed in een visie waarbij de milennium-doelstellingen centraal staan. Het delen van deze visie door de betrokkenen is niet vrijblijvend. De noodzaak van het combineren van een visie met praktische en samenhangende uitvoering wordt benadrukt. Met de beschikbare middelen wordt spaarzaam omgegaan. Wij werden met brommertjes vervoerd, de staf was klein, de ruimte met de kopieermachine niet bereikbaar, maar onze presentaties via een usb-ingang prima overdraagbaar. Onderdelen van het onderwijs worden in samenhang benaderd. Zo is schoon water d.m.v. een waterpomp van belang/een bijdrage om leerlingen niet met diarree in de schoolbanken te laten zitten. Dat leert slecht. Een graanmolen helpt om de meisjes uit landelijke gebieden naar school te laten gaan en een maaltijd voor de allerkleinsten geeft de moeders de rust om zelf het lezen/schrijven machtig te worden in een ruimte naast hun kinderen.

Wij zijn onder de indruk. Wij vragen ons ernstig af of wij wel iets kunnen toevoegen. Natuurlijk hebben wij aan het einde van onze loopbaan op aspecten een kennis/ervaringsvoorsprong, maar waar mensen hun eigen problemen creatief aanpakken, is dat proces van voortgang op eigen kracht zeer waardevol. Slechts een exemplaar van een leerboek voor taal voor de vierde en derde groep voortgezet onderwijs aanwezig ? Dan is dat, door termieten aangevreten, exemplaar dus het exemplaar voor de leerkracht. Is er geen atlas ? Dan is er wel een wereldbol. Ieder besefte niet enkel de beperking (er waren wensen genoeg), maar zegende zich ook met de beperkte, samenhangende en creatieve oplossingen. Wij ontkomen niet aan wat wij elders in Burkina zien te vergelijken met de DSF in Ouahigouya. Soms loop je tegen dienstverlening in restaurants, bank of apotheek op waarbij je ziet dat er was nagedacht en getraind. Maar er zijn ook de restaurants waar het plafond wedijvert met de vloer in smerigheid. Op andere plaatsen word je tegemoet getreden als wandelende portemonnaie waaraan eens stevig getrokken moet worden. In Po, in het zuiden werden wij welkom geheten door vijf schone mannelijke slapers onder een grote boom. Na betaald te hebben voor de gemeenschap, voor de chef, voor de gids, voor het modelhuis, werden wij, na het bezoek, belaagd door inzamelaars van geld voor wezen, blinden, vrouwen, scholen en andere goede doelen. Dat laatste hebben wij maar niet gedaan.

Wij hebben zeer genoten, zijn dankbaar voor de gastvrijheid, zijn nog op zoek naar mogelijkheden om reizen en kennis/ervaringsoverdracht te combineren. Wij zijn er echter ook zeer van overtuigd geraakt dat visie, samenhang en zelfwerkzaamheid voorwaarden zijn waarbinnen een bijdrage vanuit ontwikkelingssamenwerking, zoals door de WOL (en haar samenwerkende partners) gerealiseerd, zinvol is.

En oh ja, wij troffen een pers waarin op de linkerzijde van de pagina de huidige president van betrokkenheid bij de verdwijning van de vorige werd beticht en op de rechterzijde een groep vroeg het verleden te laten rusten. Dit land is arm, heeft steun nodig, maar peddelt op de ene plaats meer dan op de andere, de eigen kano voortvarend voort.

Ruud Leijtens
Ronnie Allebrandi

Haarlem, 20 december 2009.

Posted by:

Share: